De laatste tijd krijg ik steeds vaker vragen over waar de naam tripel vandaan komt en wie uiteindelijk de eerste tripel heeft gebrouwen. In dit artikel geef ik kort en bondig antwoord op deze vragen.
De aanloop naar de eerste tripel begon eigenlijk al in 1919 toen Hendrik Verlinden de brouwerij De drie Linden in Braaschaat kocht. Naast zijn werk in de brouwerij was hij adviseur van de brouwerijen van Alken, Haacht en Mechelen. In de periode 1925-1929 hielp hij als technisch raadgever de paters van Westmalle meerdere malen bij het oplossen van problemen in de kloosterbrouwerij en bij het verbeteren van de Westmalle-bieren.
Vanaf 1929 gaat hij zelf bieren brouwen in kloosterstijl, die hij Witkap noemde, naar de monniken die tijdens de kerkdiensten een witte kap droegen. (Witkap was daarmee het eerste abdijbier in de zin dat het bieren waren in de kloostertraditie die niet door een kloostergemeenschap werden gebrouwen. )
Verlinden brouwt in 1932 voor het eerst de Witkap Pater triple en hij laat ook ‘Witkap Pater = trappistenbier’ als merknaam registreren. Verlinden was de enige brouwer die de term trappistenbier mocht gebruiken als niet trappist zijnde. Dat kwam vermoedelijk vanwege zijn hulp aan de kloosterlingen. Na de definitieve overname door Slaghmuylder in 1981 werd de brouwerij langs gerechtelijke weg door de trappisten verplicht om de vermelding “trappistenbier” te laten vallen.
Bij de abdij van Westmalle wordt in 1934 een geheel nieuwe brouwerij gebouwd. Ter ere van de nieuwe brouwerij wordt als eerste brouwsel het Superbier gebrouwen, dat de naam triple kreeg. In 1956 werd de brouwerij gemoderniseerd en steeg de kwaliteit van het bier. De receptuur voor het bier werd door de monnik brouwer broeder Thomas aangepast. Een van de aanpassingen was het verhogen van de hoeveelheid hop in het bier. Tot op heden is deze tripel niet meer veranderd en dus al meer dan 60 jaar hetzelfde. Ook werd in die tijd de naam aangepast, triple wordt tripel.
Wanneer je de literatuur er op naslaat zijn er verschillende verklaringen waarom het bier tripel genoemd werd. Het meest aannemelijk is dat het afkomstig is van het aantal kruizen dat op de biervaten stond. In de tijd dat niet iedereen kon lezen werden de biervaten namelijk gemerkt met 1, 2 of 3 kruizen. Op die manier was het voor iedereen duidelijk wat voor bier er in het vat zat. Dat was licht, zwaar en nog zwaarder bier. Het lichte bier met 1 kruis, ook wel het refterbier werd dagelijks gebruikt om de dorst te lessen en tijdens de maaltijden. Het zware bier met 2 kruizen was voor de betalende gasten en het zwaarste bier met 3 kruizen was bestemd voor het abt (hoofd van de abdij) en zijn gasten.
Tripel wordt vaak gezien als hét trappistenbier maar van alle tripels zijn er maar 3 echte trappistenbieren (Westmalle, La Trappe en Chimay). Een flink aantal valt in de categorie abdijbier. De meeste tripels worden tegenwoordig echter bij gewone brouwerijen gebrouwen.