Inmiddels heb ik enorm veel tripels geproefd en ook een hoop artikelen gelezen over mijn favoriete biertype, maar wat is nu eigenlijk een tripel? Dit lijkt een makkelijke vraag, maar is dat zeker niet. Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen; de tripel heeft geen enkele wettelijke bescherming. Elk biertje zou dus theoretisch gezien verkocht kunnen worden als een tripel. Hetzelfde geldt overigens voor witbier en dubbel. Een mooi voorbeeld uit mijn Stibon lesboek is de Piedboeuf Tripel, dit is een lichte, gezoete, lager met 3,8% alcohol. Dat is wel even wat anders dan de Westmalle, Karmeliet en Straffe Hendriks die we kennen als tripel.
Er is dus geen heldere definiëring van de tripel, dit stimuleert uiteraard creativiteit en innovatie maar is voor de consument erg verwarrend omdat deze dan totaal niet meer weet wat hij / zij moet verwachten wanneer er een tripel besteld is.
Omdat ik jullie niet met een onbevredigend gevoel wil laten zitten ben ik op zoek gegaan naar de criteria waarop men de tripel beoordeeld bij de Dutch Beer Challenge. De tripel valt bij deze wedstrijd onder de categorie zwaar blond en zou moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
- Bovengistend
- Stro tot goud-amber van kleur (EBC 7 – 25)
- Licht troebel tot helder
- De geur en smaak varieert van kruidig, zoetig, moutig tot licht zurig en bitter
- De body is medium tot tamelijk vol door alcohol
- De nasmaak is zoetig tot bitter en droog (EBU 15 – 40)
- Het alcoholgehalte is medium tot zeer hoog (7,5% – 11,5%)
- Plato tussen 16,5 – 22
Om in aanmerking te kunnen komen voor prijzen in de categorie zwaar blond waar de tripel onder valt zou je je dus moeten houden aan bovenstaand lijstje. Dit is wat men van een tripel verwacht en zoals jullie kunnen zien is er nog genoeg ruimte voor creativiteit en innovatie.